#NIEUWS

“Respect juist, als een docent met ons wil oefenen”

Jezelf blijven verbeteren: onze leerlingacteurs staan paraat

door Laura Rood

Op de gang verdelen de leerlingacteurs onderling de rollen. Deze groep leerlingen moet een klas spelen die zich vervelend gedraagt tijdens het leeskwartier. Eefje neemt deze keer het verdelen op zich. Ze kijkt kort om zich heen, en begint dan leerlingen aan te wijzen. “Jij bent erg, jij bent erg en -” even pauzeert ze. Dan wijst ze een jongen aan en maakt haar verhaal af: “Ja, jij bent zo het allerergst.” Gegrinnik, hij wordt aangestoten door zijn buurvrouw. “Dat kan ik wel, ja.”

De leerlingacteurs maken nu al een aantal jaar deel uit van onze school. Docenten kunnen met deze enthousiaste groep leerlingen oefenen met allerlei situaties uit de praktijk. Tijdens zo’n bijeenkomst spelen de leerlingen en de docent lessituaties na. Vervolgens krijgen ze van de leerlingen waardevolle feedback, vanuit het oogpunt van de leerling. Elke leerling volgt eerst een training en ondertekent vervolgens een geheimhoudingscontract. Het wordt professioneel aangepakt, allemaal onder de begeleiding van docenten Luc Bouman en Klinte de Rijck.

Je moet wel stout kunnen spelen

Luc en Klinte zijn vanaf dit jaar verantwoordelijk voor de groep. Aan het begin van het schooljaar startten ze met het werven van nieuwe acteurs. Na voorlichtingen in de derde klassen stroomden de aanmeldingen binnen, ook van leerlingen uit andere jaren. Wat volgde was een intensieve, verplichte training. Tijdens deze training kregen de leerlingen de kans zich te bewijzen. Welke leerlingen waren in staat om op een duidelijke manier feedback te geven? Hebben het lef om – gespeeld, maar toch – een docent uit te schelden? “Ze moeten wel stout kunnen spelen,” aldus Luc.

Iets terugdoen voor de docent

Vandaag zijn Maarten (14) en Melle (15) de jongste acteurs. “Vrienden, geld, gezelligheid,” somt Maarten op als ik vraag waarom hij zich heeft aangemeld. “En het staat goed op je cv. Blijkbaar.” Ze doen sinds dit jaar mee als acteur en deze baan – want de leerlingen krijgen betaald – zet ze aan het denken. “We kijken nu wel op een andere manier naar docenten,” vertelt Melle. Soms horen ze nu verhalen over docenten en denken ‘misschien moet hij zich eens voor een training aanmelden’. “Dat zeggen we natuurlijk niet,” voegen ze er snel aan toe. “Maar als docenten dat wel doen, dan hebben we daar juist respect voor. Dat iemand zich wil verbeteren.”

Ook Eefje en Bram (beide 18 jaar oud) moedigen docenten aan om vooral een keer mee te doen. Ze zijn al enkele jaren actief als leerlingacteur. Ze vinden het zo leuk, dat ze speciaal voor de leerlingacteurs weer in de schoolbanken zijn gekropen. Vorig jaar hebben ze hun diploma namelijk behaald, nu hebben ze allebei een tussenjaar. Het meedoen is een stukje nostalgie en een manier om de middelbare schoolperiode iets geleidelijker af te sluiten. “En we willen mensen helpen, iets terugdoen voor de mensen die heel veel voor je over hebben,” vertelt Eefje. “Op deze manier kan dat, voor docenten in de allerveiligste setting die je je kunt bedenken.”

Dat laatste wordt beaamd door de docenten die al hebben geoefend met de leerlingacteurs. Johan Jans (docent scheikunde) oefende eerder dit jaar met de leerlingacteurs. “Ik was vooral onder de indruk van de kwaliteit van de feedback,” vertelt hij. “En ik kreeg te horen dat wat ik doe voor de klas, ook een positieve indruk achterlaat bij de leerlingen. Voor mijn lessen goed om te weten.” Ook Vivian Kleinpennink (lio Nederlands) is positief over de twee keer dat zij met de groep heeft gewerkt. “De eerste keer dacht ik, daar heb ik echt geen zin in,” begint ze. “Maar achteraf vond ik het keihandig. Ik zou het eigenlijk wel vaker willen doen.”

Van escalatieladder naar waardevolle feedback

Voor dit artikel observeer ik ook een andere docent die met de groep aan de slag gaat. “Ik ben best zenuwachtig,” vertrouwt ze de groep toe. “Ik heb echt geen idee wat te verwachten. Ik stap er maar gewoon in, ik zie het wel.” Daarna brengt ze de casus in over het leeskwartier: haar leerlingen vinden het leuk om met hun voeten te stampen wanneer ze eigenlijk in stilte moeten lezen. Daar wil ze dus mee oefenen. Klinte neemt dan het woord, legt aan de leerlingen en de docent uit hoe het nu verder gaat. De docent mag zelf aangeven hoe moeilijk ze het zichzelf wil maken. Op het bord staat een escalatieladder met de cijfers 1 tot en met 10. Op welk niveau moeten de leerlingen gaan zitten? “Ze gedragen zich niet allemaal vervelend,” licht de docent toe. “Nooit allemaal, altijd maar een paar. Dus maar een paar leerlingen op vier? Eentje op vijf? Zoiets?” De klas knikt begrijpend: hier kunnen ze iets mee. Voordat de leerlingen naar de gang verdwijnen, wordt nog een keer benadrukt dat de docent elk moment uit de situatie kan stappen door een ‘time-out’ aan te geven.

Een minuut later stromen de leerlingen naar binnen. Ze pakken hun (fictieve) leesboek erbij. Er is een leerling die met zijn pen begint te klikken, weer een andere leerling blijft maar kletsen. Ondertussen neemt mijn collega de leiding en spreekt ze leerlingen aan op hun gedrag. Langzaam wordt het steeds rustiger in de klas, en ze geeft het teken voor een time-out. Wat vond de klas ervan? Handen worden opgestoken. “Toen je wegliep van de deur terwijl er nog leerlingen binnenliepen, voelde dat voor mij alsof je afstand nam van de klas,” legt een leerlinge uit. ”Weer een ander meisje complimenteert de manier waarop de docent leerlingen aansprak op hun telefoon. “Dat werkte heel goed, een beetje intimiderend zelfs. Maar op een goede manier. Dan denk je als leerling ‘ok, naar jou moet ik echt luisteren.’”

Net echt: memes en skivakanties

Uiteraard wil ik zelf ook gebruik maken van alle expertise binnen de groep. Ik leg uit dat ik het soms lastig vind om bij het begin van de les mijn aandacht te verdelen over mijn leerlingen. In mijn mentorklas bijvoorbeeld: terwijl ik met twee leerlingen klets, komt een volgende leerling binnen met een vraag over de nieuwe klasindeling. Weer een andere leerling vraagt me naar mijn weekend en ondertussen staat er een groepje leerlingen bij mijn bureau op me te wachten. Hartstikke gezellig, maar soms ook heel chaotisch.

Twee keer oefen ik deze situatie met de leerlingen. De een wil vertellen over zijn skivakantie, de ander heeft een meme die ik moet zien, het kan absoluut niet wachten. Het is net echt en ik vertel twee meisjes dat ik straks graag naar hun verhaal luister, maar dat ze nu even op hun plaats moeten gaan zitten. Na elke ronde volgt de feedback. De leerlingen delen dingen die ze opvielen: niet alleen in negatieve zin, maar ook in positieve zin. De tweede keer pas ik hun feedback meteen toe en ze verzekeren me dat het nu echt veel beter ging.

“Mooiste ervaring van het jaar!”

Helemaal aan het einde van de training praat ik wat na met de andere docent die vandaag heeft geoefend. Voor ons allebei was het aan het begin wat onwennig. Hoe kijkt ze er nu op terug? “Tot nu toe de mooiste ervaring die ik dit jaar heb gehad,” antwoordt ze, stralend. De leerlingen lopen ondertussen langzaam weg: Maarten en Melle pakken een laatste chocolaatje mee. Eefje loopt langs, laat weten dat we het goed hebben gedaan. Vlak achter haar staat een andere jongen geduldig te wachten. Als Eefje wegloopt, buigt hij zich naar mijn collega toe. “Ik ben fan,” zegt hij direct, een serieuze blik op zijn gezicht. Hij heeft zijn rugtas al om, een petje op zijn hoofd. “Ik wil gewoon nog even zeggen, voor volgend jaar, dan wil ik echt heel graag les van jou krijgen in 5 vwo.”

Vond je dit een interessant artikel? Deel het via: