#ONDERWIJSINNOVATIE
“Echt veel plastic, niet normaal”
Plastic soep: onze brugklassen buigen zich over dit probleem
door Laura Rood
“Gaan we niet naar Toverland?” Onder de leerlingen van het Kandinsky College heeft zich een hardnekkige mythe verspreid: dat de activiteitenweek synoniem staat voor een dagje Toverland. Mijn brugklas reageert dus enigszins teleurgesteld wanneer ik vertel wat we wel gaan doen deze week. We gaan ons bezighouden met één van de grootste milieuproblemen van onze planeet: de plastic soep.
Deze activiteitenweek is georganiseerd door de projectgroep Life Science. Life Science is het nieuwe vakoverstijgende onderwijsprogramma van onze school dat draait om de thema’s duurzaamheid, natuur, klimaat, voeding en gezondheid. Het Kandinsky College heeft wereldburgerschap hoog in het vaandel staan en de thema’s van Life Science sluiten hier direct op aan.
Deze activiteitenweek – al is de term projectweek misschien wel passender en voorkomt dat leerlingen uitjes naar een pretpark verwachten – vormt een pilot. Volgend jaar is het de bedoeling dat alle activi- projectweken van de Nederlandstalige klassen in het teken staan van Life Science. In zo’n projectweek gaan klassen dan bijvoorbeeld aan de slag met de plastic soep, het menselijk lichaam en een plantaardig alternatief voor de hamburger. De klassen b1a, b1b, b1c en b1d bijten dit jaar het spits af – hun week begon op dinsdag 19 april met een razend interessante opening in Lux.
Life Science op Kandinsky College
Duurzaamheid, natuur, klimaat, voeding en gezondheid zijn de kernthema’s van Life Science, ons nieuwe onderwijsprogramma voor de Nederlandstalige klassen. De bijbehorende projectgroep is het afgelopen schooljaar druk bezig geweest met brainstormen, ontwerpen én het maken van plannen voor de toekomst. Life Science komt overigens niet alleen maar terug in de activiteitenweken. Zo wordt onze school één van de 59.000 EcoSchools. EcoSchools is een wereldwijde organisatie met als doel jongeren bewust maken van duurzaamheid en het klimaat. Volgend schooljaar start er dan ook een heus EcoTeam om dit ook op het Kandinsky College te bewerkstelligen.
Dinsdag een surfbord gemaakt van plastic waterflesjes
Op deze eerste dag schuifelen vier klassen de indrukwekkende zaal van Lux binnen. Merijn Tinga is te gast om de week af te trappen. Deze surfer maakte een surfbord van rondzwervende plastic flesjes en surfte hiermee naar Engeland. Doel van deze tocht? Aandacht voor de plastic soep én het invoeren van statiegeld op kleine plastic flesjes. Na zijn opening krijgen de klassen allemaal een challenge van docenten Loïs Vermeer en Robin Wiering: de stad in om de mooiste foto te maken van plastic in de stad. Vol enthousiasme vertrekken de leerlingen voor een paar uur richting centrum, telefoon in hun hand geklemd. Aan het einde van de week zal een winnaar worden gekozen. De middag sluiten we af met het bekijken van de film 2040. De film is niet helemaal goed gekozen, het algemene oordeel is ‘saai en langdradig.’ Maar: “Het viel me wel op dat de stad vet smerig was. Echt veel plastic, niet normaal.” Er is gelukkig wel iets blijven hangen.
Woensdag supermarktsafari’s en plastic kunst
De woensdag speelt zich volledig af op school. Alle klassen zijn met verschillende projecten bezig: klas b1a maakt een plastic kunstwerk met ingezameld plastic onder begeleiding van kunstenaar Diederik Grootjans. Ondertussen trekt klas b1b in twee groepen naar de supermarkt, waar ze onderzoek doen naar het verpakkingsmateriaal van snoepgoed en frisdrank. Klas b1c is bezig met het organiseren van een plasticvrij feest en klas b1d gaat creatief aan de slag. Een deel van de klas maakt pop-up opblaasdieren van plastic afval met kunstenaar Karel van der Eijk, terwijl het andere deel aan de slag gaat met het zelf maken van shampoo en het onderzoeken van hun eigen toilettas op microplastics. Uiteindelijk zal iedere klas de resultaten, producten en bevindingen vrijdag presenteren.
Donderdag giraffes, gorilla’s en gordeldieren
Voor de grote presentatie is het tijd voor een dagje dierentuin. Met drie bussen rijden we naar Rhenen voor een bezoekje aan Ouwehands Dierenpark. In de dierentuin is de groep begeleiders direct alle leerlingen kwijt: in kleine groepjes vliegen ze alle kanten op. Wij docenten hebben vervolgens de tijd van ons leven: we filmen de spelende panda’s, klauteren over de touwladders in het berenbos en gaan via de glijbaan naar beneden in de apentoren. De leerlingen treffen we even later aan… in de speeltuin. Daar spelen tientallen brugklassers verstoppertje, springen ze op het springkussen en eten ze frietjes. “De dieren bekijken? Mevrouw, die kun je ook gewoon op YouTube zien.”
Vrijdag een feestje zonder plastic
Deze vrijdag sluiten we de eerste plastic soep activiteitenweek af. Niet zomaar in het lokaal, maar in de gymzaal. Ouders, vrienden en docenten zijn allemaal uitgenodigd en de klassen zijn druk bezig geweest met het klaarmaken van de ruimte. Annalein Henselmans, afdelingsleider van de Nederlandstalige onderbouw, opent de bijeenkomst en benoemt hoe trots ze is op de grote groep leerlingen. Ook reikt ze vier leerlingen de prijs uit voor beste foto: trots als een pauw nemen ze hun vrijkaartjes voor Lux in ontvangst. Klas b1c is druk bezig met het uitdelen van hapjes en drankjes (uit eetbare bekers!). Van te voren hebben ze de boel prachtig (en plasticvrij) versierd. De onthullingen van de kunstwerken van b1a én b1d maken het helemaal af.
Als mentor ben ik achteraf heel benieuwd naar wat de leerlingen van deze week vonden. “Het was natuurlijk geen Toverland,” begint een leerlinge. “Maar het was wel heel gezellig.” Het unanieme oordeel is dat de dierentuin toch wel het hoogtepunt was, en niet alleen vanwege de speeltuin. De parende schildpadden hebben namelijk veel indruk gemaakt – ze waren toch zeker 20 minuten bezig. En wat nemen ze nou mee van deze week? Ze noemen de plastic soep en ook de hoeveelheid plastic afval in het centrum van onze eigen stad. En natuurlijk hebben ze ook genoeg opgestoken. “Dat ik mijn waterflesje niet meer in de bosjes moet gooien,” antwoordt één leerling direct als ik hiernaar vraag. “Wat goed,” antwoord ik, maar hij is nog niet uitgesproken. “Die lever ik voortaan in voor statiegeld. Kun je toch weer snoep van kopen in de kantine.”
