#MIJNWERELD
Over een verlegen jongetje dat graag iets wil uitdragen naar de wereld
Docent biologie, Gijs Klaassen, vertelt.
Door Atie le Sage
‘Kandinsky College Nijmegen opent je wereld’, is de slogan van onze school. In het Kandinsky Nieuws geven medewerkers antwoord op de vraag: wat heeft hun wereld geopend? Dit keer is het de beurt aan Gijs Klaassen, docent biologie.
Gijs, wil je jezelf even kort voorstellen?
Ik ben Gijs Klaassen, ik geef biologie in de onderbouw en aan mavo 4. Vanaf dit jaar geef ik ook les aan havo-4-leerlingen, zowel Nederlandstalig als Engelstalig en ben ik mentor van een tweetalig vwo-3-klas.
Mijn vriendin, Maartje Zweedijk, docent Nederlands werkt hier ook op school. Ik kwam in 2019 een half jaar een docent vervangen. Vrij snel daarna mocht ik gelukkig terugkomen, want ik vind het een heel leuke school.
Ik kom uit Zutphen. Ik heb daar tot en met mijn middelbare schooltijd gewoond. Ik was op de basisschool een jongen die heel veel las, zowel boeken van Paul van Loon als stripboeken: Suske en Wiske, Donald Duck, Asterix en Obelix. Ik tekende veel, verzon stripverhalen of tekende ze na. Van Pokémon was ik natuurlijk ook fan. Gedurende de hele basisschool was dat MijnWereld. Ik wilde heel graag striptekenaar worden. Ik was er ook echt goed in, daar stond ik in de klas om bekend. Ik was een heel verlegen jongentje, maar iedereen, ook de stoere jongens, wilden heel graag mijn strips lezen. Dat vond ik fijn om mee te maken en heeft me ook gevormd.
Ik heb eerst mavo en toen havo gedaan. De passie voor tekenen en lezen veranderde in passie voor muziek. Dat ging geleidelijk. Op mijn 11e ging ik op keyboard-les en kreeg mijn broertje een drumstel. Mijn ouders zijn muzikaal, mijn moeder zingt en mijn vader speelt gitaar. Zij zeiden thuis vaak ‘Ga lekker muziek maken’ en zo hebben we de liefde voor muziek meegekregen. Ik leerde mezelf drummen en drumde uiteindelijk meer dan mijn broertje. In de zomervakantie vóór de brugklas leerde mijn vader mij en mijn broertje gitaarspelen. Noten lezen ligt mij niet zo, ik leer heel makkelijk door te luisteren, te ontdekken wat iemand doet en dit dan na te spelen. Ik stopte met keyboard spelen en stapte over op piano, en later op basgitaar. Mijn tienerjaren waren puur alleen muziek en ik wist al snel dat ik later iets in de muziek wilde doen. Ik stak mijn vrienden aan om basgitaar te spelen. We zijn allemaal autodidact en speelden in bandjes, deden mee aan talentenwedstrijden en musicals op school. Ook op het Kandinsky College drum ik nu in de musical.
‘Toen ik van de middelbare school afkwam, had ik geen idee wat ik wilde gaan doen.’
Zoektocht
Gamen deed ik ook, maar muziek was toen echt het belangrijkste in mijn leven. Ik ben havo gaan doen, omdat ik naar het conservatorium wilde. Helaas werd ik niet aangenomen. Ik baalde, maar dacht: ‘Volgend jaar kan ik nog de Herman Brood Academie en de Rock Academy proberen.’ Ik moest dat jaar wel iets gaan doen en koos voor een opleiding tot leraar Engels aan de HAN. Ik was totaal niet gemotiveerd. Na een half jaar ben ik gestopt, want ik wilde nog steeds iets met muziek doen. Ik heb me aangemeld voor beide academies, maar helaas mocht ik geen auditie komen doen. Na een gesprek met mijn ouders besloot ik om eerst een mbo-opleiding te doen. Dan volgde ik in ieder geval een opleiding die ik kon combineren met muziek in mijn vrije tijd. Als kind had ik al een bepaalde verwondering en bewondering voor de natuur. Ik hield erg van buiten zijn en met dieren had ik veel affiniteit. Zo kwam ik uit bij de opleiding Dierenverzorging. Deze heb ik in twee jaar afgerond en aansluitend in een jaar extra de opleiding tot dierenartsassistent. Ik was opgelucht dat ik twee opleidingen afgerond had. Ook wist ik, ik wil en kan nog meer studeren. Ik kwam erachter dat ik het fascinerend vond hoe dingen in elkaar zitten bij dieren: de fysiologie, de anatomie enzovoort en dat gecombineerd met de natuur. Ik kwam opnieuw uit bij de lerarenopleiding van de HAN, dit keer voor docent biologie. Inmiddels stond ik anders in de wereld. Ik heb genoten van de opleiding en de leuke tijd. In het begin vond ik het spannend omdat ik geen biologie en scheikunde in mijn pakket had op de havo. Maar ik was enorm gemotiveerd en het lukte. Sinds ik de lerarenopleiding heb afgemaakt en ik dit schooljaar begonnen ben met mijn eerstegraads bevoegdheid, denk ik bij mezelf niet meer in termen van alfa, bèta of gamma. Het gaat echt om wat je leuk vindt en waar je enigszins talent voor hebt. Ik ben heel erg blij met mijn werk hier nu, op het Kandinsky College.
Heeft je eigen zoektocht je geholpen bij het lesgeven aan leerlingen?
Ik ben mentor van een derde klas en zij zijn bezig met hun profielkeuze, dan is het wel interessant. Ik vertel ze dan dat ik een C&M-profiel heb en nu toch biologiedocent ben. Als leerlingen keuzestress hebben, stel ik ze gerust. Als ze maar een diploma hebben van de middelbare school en de omstandigheden thuis zijn ook goed, dan kom je wel goed terecht. Of mijn leerlingen van 3 vwo nu naar havo 4 of vwo 4 gaan, dat maakt niet zoveel uit. Als iets niet lukt, dan is dat niet erg. Een nare ervaring kan achteraf iets goeds blijken te zijn. Als je mij in 4, 5 havo had verteld dat ik docent biologie zou worden, dan had ik het niet geloofd.
Wat heeft nog meer jouw wereld geopend?
Ik was als kind natuurlijk al fan van griezelverhalen en het bovennatuurlijke in de (strip)boeken die ik las. ‘Fantasy’ gaat nog een stapje verder dan fictie, met werelden of wezens die niet bestaan. Toen The Lord of de Rings films uitkwamen, ging ik als 11- of 12-jarige met mijn moeder mee naar de bioscoop. Dat was voor mij een positief equivalent van trauma. Ik vond het echt fantastisch! Ik zat in een zaal vol volwassenen en kwam tot de ontdekking dat ook zij fantasy leuk kunnen vinden. Naarmate ik ouder werd, vond ik dat steeds interessanter. Met fantasy kun je hele grootse, moeilijke, abstracte ideeën of thema’s aanhalen, die gaan over iemands persoonlijke leven of de maatschappij, of hoe we omgaan met elkaar. Ik begon met een landkaartje tekenen, namen verzinnen en ideeën in een Word-document te plaatsen. Via YouTube leerde ik waarom films goed of populair zijn. Naast mijn studie was ik bezig met het onderzoeken hoe je een boek schrijft. Hoe creëer je een fictieve wereld? Hoe schrijf je een goede acte en plot? Hoe blijven lezers geïnteresseerd en wat gebeurt er in de echte wereld? YouTube werd mijn beste vriend. Voor dit genre is het heel belangrijk dat de fantasy-wereld echt leeft. De afgelopen 10 jaar ben ik daarmee bezig geweest, naast mijn studie en mijn baan. In 2019 dacht ik, ik ben nu klaar voor het eerste boek. Ik ging wekelijks naar de bibliotheek om te schrijven. Ik heb proeflezers gevraagd en tijdens corona heb ik een masterclass gevolgd van Thomas Oldenheuvelt. Heel leerzaam, heel gaaf. Een professionele proeflezer heeft het 1e hoofdstuk gelezen en me goede feedback gegeven. Ik ben heel blij dat zij zo eerlijk is geweest, ik heb daar veel van geleerd. Het heeft me echt vooruit geholpen. De kaft is af en het boek is klaar! Vanaf 16 juni is het online te bestellen. En ook te verkrijgen bij boekhandel Dekker en van de Vegt in Nijmegen. Hopelijk daarna bij nog meer boekwinkels. Dit boek is eigenlijk mijn tweede droom. Ik wilde iets in de muziek doen, daarvoor striptekenaar worden en nu heb ik een boek en ben ik officieel schrijver.
Wanneer dacht je: ik ga een boek schrijven?
Iets aan de wereld presenteren heeft er bij de muziek ook in gezeten. Ik wil laten zien dat ik iets creatiefs in me heb en dat delen. Iedereen die een boek schrijft, wil iets aan de wereld laten weten en uitdragen, denk ik. Het worden twee series, die in dezelfde wereld plaatsvinden. Voor de eerste serie heb ik vier boeken gepland. Daarnaast heb ik voor een tweede serie al vele plots in schema’s uitgewerkt en weet ik ook al hoe elk boek eindigt. Die serie heeft zes à zeven boeken.
Hoe verhouden de werelden van docent, muzikant en schrijver zijn zich tot elkaar?
Het zijn drie hele verschillende dingen, maar er is ook veel overlap en dat is juist zo leuk aan werken in een school. Er zijn zoveel dingen die je kunt doen. In mijn boek is de hoofdpersoon 13 jaar oud. Dat is bewust, want dat vind ik een heel leuke leeftijdsgroep, omdat er heel veel gebeurt. Ook is de hoofdpersoon gek op biologie. Natuur en leerlingen vind ik oprecht leuk en fascinerend. De verwondering van hoe iets werkt of de creatieve vragen waar leerlingen mee komen. Ik ben blij met de keuzes die ik tot nu toe heb gemaakt en ik ben heel benieuwd hoe het vanaf nu verder gaat.
Hier kun je Gijs volgen op Instagram