#MIJNWERELD


SLAM DUNK!

Wat heeft jouw wereld geopend? Onderwijsassistent Thomas Barten-Verweij vertelt.

door Klinte de Rijck

‘Kandinsky College Nijmegen opent je wereld’, dat is de slogan die op onze vlaggen en deuren prijkt. Maar wat betekent het eigenlijk? Hoe jouw wereld voor je open gaat, is voor iedereen anders. Daarom lees je in het Kandinsky Nieuws een serie verhalen van docenten, medewerkers en leerlingen, die antwoord geven op de vraag: wat heeft jouw wereld geopend? .

In deze editie is het de beurt aan Tattoo-Thomas, oftewel onderwijsassistent Thomas Barten-Verweij, die zijn komst op het Kandinsky College vergelijkt met de basketbalworp slam dunk: ‘wat ik hier nu doe, is echt waar ik op hoopte’

Thomas, wat heeft jouw wereld geopend?

In mijn geval zou ik het meer beschrijven als een afslag die ik ergens genomen heb: een afslag die mijn motivatie en geloof gevormd heeft. Op de middelbare school zat ik op de havo. Ik had vwo kunnen doen, maar ik wilde maar één ding: naar de kunstacademie. Daar had ik havo voor nodig, dus ik dacht: als ik dit met gemak kan, waarom zou ik het dan anders doen? Toen ik uiteindelijk op de vooropleiding van de kunstacademie zat voelde het opeens echter helemaal niet zo lekker als ik altijd verwacht had. Ineens moést ik van alles, in plaats van dat ik vrij met kunst bezig kon zijn. Ik had mijn gehele puberteit naar de kunstacademie als doel toegeleefd en ineens viel dat weg. Een plan B had ik niet. Ook nooit over nagedacht trouwens. Mijn opa was kunstenaar en het leek voor iedereen logisch dat ik dat ook zou worden.

Ik moest dus op zoek naar wat ik wilde met mijn toekomst. Eerst ben ik een half jaartje in de bouw gaan werken om wat geld te verdienen, maar na een week wist ik heel duidelijk: ‘wat het ook wordt, ik wil in ieder geval studeren’. Uiteindelijk ben ik met mijn ouders naar een coachingbureau gegaan dat jongeren helpt met hun studiekeuze. Zij hebben me echt enorm geholpen. We kwamen tot de slotsom dat ik uit drie dingen kon kiezen: pedagogiek studeren, opnieuw de kunstacademie proberen of me aanmelden voor de hotelschool. Ik heb gekozen voor pedagogiek studeren en al heb ik wat omwegen bewandeld, dat is nog steeds waar mijn hart ligt. Dat maakt ook dat ik zo blij ben met wat ik hier nu doe. Dus ja, bij dat bureau, dáár is mijn wereld eigenlijk geopend. Het grappige is overigens dat ik inmiddels ben getrouwd met een kunstenaar die de kunstacademie heeft gedaan, dat ik samen met haar een horecazaak ben begonnen en dat zij nog steeds een horecazaak runt. Uiteindelijk zijn alle drie mijn dromen dus eigenlijk toch nog bij elkaar gekomen.

Ik wil leerlingen het gevoel geven dat ik altijd aan hun kant sta.

Welke omwegen heb je verder nog bewandeld?

Een heleboel! Zo heb ik na mijn studie pedagogiek in de horeca gewerkt en heb ik een opleiding tot lifestyle coach gedaan, ben ik personal trainer geweest in sportscholen, heb ik teambuildingsactiviteiten georganiseerd in het bedrijfsleven en heb ik in verzorgingshuizen een methode opgezet waarbij dementerende ouderen in rolstoelen gingen kickboksen. Financieel was het allemaal succesvol, maar mijn persoonlijke geluk haalde ik daar echt niet uit. Ik merk dat ik daar nu weer meer vervulling in vind. Ik miste collega’s zoals hier met wie ik op een bepaald professioneel niveau kan overleggen waardoor je zelf weer iets leert. Anders zit je toch maar in je eigen wereldje. In de horeca voer je met jongens en meisjes van 17 of 18 jaar een gesprek over de kapotte vaatwasser, op school praat je over veel meer dingen met die kinderen. Dat vind ik heel fijn en leuk. Vandaar mijn vergelijking met de slam dunk: wat ik hier nu doe is echt wat ik wilde, waar ik op hoopte.

Wat vind je het mooiste aan werken in het pedagogisch veld?

Kinderen helpen erachter te komen wat zij willen in het leven. Na mijn studie pedagogiek ben ik bij de weekendschool gaan werken. Dat onderwijs is gericht op kinderen uit achterstandswijken die minder kansen, maar ook minder rolmodellen en voorbeelden hebben als het gaat om toekomstkeuzes maken. Het onderwijs heeft als doel dat kinderen op latere leeftijd beter en gemotiveerder kunnen kiezen. ‘Wat wil je hierna gaan doen?’, is een hele mooie openingsvraag op een school, maar soms helpt die vraag niet voldoende en hebben kinderen meer hulp nodig. Ik was daar en nu aan het doen wat dat bureau ooit voor mij heeft betekend.

Hoe probeer je dat hier op school?

Het begint met contact maken. Ik wil leerlingen het gevoel geven dat ik altijd aan hun kant sta. In de praktijk ligt dat soms natuurlijk iets genuanceerder, maar ik wil dat ze weten: als ik bij hem aan kom kloppen dan is hij er, dan luistert hij en kan hij me helpen met een oplossing. De gesprekken, het reflecteren en het nadenken over jezelf en de toekomst, hoe groot of hoe klein ook, dat komt dan vanzelf.

Met alle leerlingen?

Ik ken natuurlijk nog niet alle leerlingen, maar ik heb oog voor ze allemaal. Niet alleen voor de boefjes. Ik weet meestal al dat er iets gebeurd is voordat het bij de leiding terecht komt. Ik ben vaak bij de problemen in de buurt en dat vind ik eigenlijk wel een leuke plek. Ik heb veel geduld met jongeren. Ik vind dat ze dat recht nog hebben: recht op een extra portie geduld. Kinderen hoeven het zelf nog niet altijd op te kunnen brengen, zij verdienen het nog vanuit ons. Dus op het moment dat ik ze dat kan geven, geeft mij dat ook weer voldoening.

Het helpt dat ik vanuit mijn functie als onderwijsassistent de leerlingen op veel verschillende momenten en manieren zie: in de klas, buiten de klas, in een wenweek of tijdens een pauzeactiviteit. Via spel, een beeldende activiteit, of in ieder geval via een niet-schoolse activiteit, kun je ook gemakkelijker ‘via de zijkant’ binnenkomen. Dat probeer ik op te zoeken en zo probeer ik de leerlingen te leren kennen en er voor ze te zijn.

Viel alles meteen op zijn plek hier?

Nee, helemaal niet. In het begin vond ik het zelfs eigenlijk niet zo leuk hier. De functie van onderwijsassistent is een nieuwe functie hier op school, waardoor er in het begin nog niet echt een plan of een koers was. Ik werk juist graag methodisch of planmatig, dus het was zwemmen voor mij: wat zijn de verwachtingen van anderen en kan ik daaraan voldoen? In eerste instantie was het antwoord: geef het tijd. Ook dat vond ik lastig, want ik geloof juist in initiatief nemen. Langzaam merkte ik echter dat de dingen op hun plek vielen en mij gingen vinden, net zoals jij mij nu gevonden hebt hiervoor, en dat iets tijd geven dus wél best wel goed kan werken. Zo zie je ik blijf leren, en blijf ik eigenlijk mijn wereld openen. In november word ik trouwens papa! Heel nieuw en spannend en dat gaat me ongetwijfeld weer op nieuwe manieren vormen. Ik weet dat er iets heel groots aankomt, ik heb geen idee hoe het gaat voelen. Maar ik weet dat het goedkomt. Dat sowieso. Ook al ben ik er dan een paar weken tussenuit, ik hoop dat ik wellicht een keertje een pauzesurveillance kan meepikken met ons zoontje in de draagzak. Dan loop ik een rondje over het schoolplein en klets ik even bij.

Is er verder nog iets dat we over jou moeten weten? De betekenis van al je tatoeages bijvoorbeeld?

Haha, oh ja, dat is wel een ding hè? Ik ben gewend aan Tattoo-Thomas als bijnaam en ik vind het wel een leuke alliteratie. Mensen zonder tatoeages denken vaak dat een tatoeage een betekenis móet hebben en dat ik dus een gigantisch levensverhaal op mijn lichaam heb, maar voor mij is het meer een collectie. We sparen thuis ook veel kunst, en dit is voor mij ook een soort kunstverzameling. Het is een bepaalde stijl waarmee ik mezelf kan uitdrukken en onderscheiden. Ik vind het heel leuk en normaal als mensen vragen over mijn tatoeages stellen, maar ik weet ook niet zo goed waarom ik ze heb. Ik vind het gewoon leuk.

En dan de slotvraag: naar wie ben jij benieuwd voor de volgende editie?

Ik ben benieuwd naar jouw verhaal, Klinte!

VOND JE DIT EEN INTERESSANT ARTIKEL? DEEL HET VIA: