#INBEELD


Eigenlijk met pensioen, maar bomvol energie terug op de werkvloer

door Marieke van den Berg

Benno Wildenbeest loopt al sinds 2001 dagelijks rond op het Kandinsky College en hoort dus echt bij de school. De hoogste tijd dus om wat meer te weten te komen over deze conciërge die eigenlijk in augustus 2020 met pensioen ging, maar nu alweer een tijdje bomvol energie en goeie moed op de werkvloer te vinden is.

Om te beginnen, kunt u uzelf voorstellen?

“Ik ben Benno Wildebeest uit Grave, geboren in 1954. Ik heb een zoon en een dochter, beiden begin dertig, en mijn grote hobby is zwemmen. Ik werk al heel lang in het zwemonderwijs, zo’n 47 jaar inmiddels. Eerst bij het zwembad in Grave, tegenwoordig bij een triathlonclub. Toen ik 18 maanden in dienst was bij de marine op de Nederlandse Antillen, leerde ik de vijfkamp kennen. Dit vond ik zo leuk dat ik ermee verder wilde. Het bleek alleen moeilijk en duur om deze sport te beoefenen. In deze tijd was de triathlon in opkomst. Toen besloot ik lid van een club te worden en dit ben ik nu nog steeds!”

En nadat uw dienstperiode erop zat? Wat bent u toen gaan doen?

“Daarna ben ik nog een aantal jaar zwemleraar geweest in Grave. Hier had ik het echter steeds minder naar mijn zin. Mijn vrouw zat op dat moment op een schilderclub met de directeur van deze school en die vertelde haar dat ze nog op zoek waren naar een conciërge. Zo ben ik hier terechtgekomen. Ik weet nog goed wat mijn eerste taak was: de scheidingsborden tussen de bankjes schoonmaken. Die waren namelijk helemaal beklad. Van daaruit ben ik steeds meer taken op me gaan nemen.”

Wat vindt u het leukste aan uw beroep?

“Ik denk mensen die in de problemen zitten gelijk kunnen helpen. Docenten bijvoorbeeld, hebben soms zoveel aan hun hoofd dat er dingen niet helemaal goed gaan. Zo nu en dan spring ik in om te helpen. Ik vind dienstverlenen heel leuk. Als alles op z’n plek komt en draait, ben ik blij.”

Wat is er minder leuk aan uw beroep?

“Tegenwoordig is de aula altijd opgeruimd, maar vroeger was dit niet het geval. Het was een ongelofelijke bende ... Er zaten vaak broodjes pindakaas aan de muren en er vlogen tomaten in het rond. Wanneer de pauze afgelopen was, lag de hele aula vol met papier en rommel. Nu is dat echt heel anders. Soms vragen docenten aan ons of we net de aula schoon hebben gemaakt, terwijl dat helemaal niet zo is. Zó schoon is het nu. Ik denk dat PBS hier een hele grote rol in heeft gespeeld. Tien jaar lang is er zoveel energie in gestoken om dit soort situaties te verbeteren en uiteindelijk is dat gelukt. Nu is het alleen nog maar een kwestie van de vinger aan de pols houden. De ouderejaars geven hun gedrag namelijk door aan de brugklassers en op die manier houdt het zichzelf in stand. We hebben nu zelfs geen corvéeklas meer! Tien jaar geleden hadden we dat nooit voor mogelijk gehouden. Dan moest je met een sneeuwschuiver gaan opruimen na elke pauze.”

“Ik vind het heel erg leuk om mensen dingen te leren. Dit doe ik als zwemtrainer, maar ook als conciërge.”

Wat heeft ervoor gezorgd dat u al die tijd op het Kandinsky College bent blijven werken?

“Meerdere redenen. Zo vond ik het vroeger heel fijn dat ik drie tot vier keer per week naar school kon fietsen. Dan kleedde ik me hier om en was ik gelijk helemaal happy om te beginnen aan de dag. Ik voel me in deze school ook heel erg gewaardeerd. Heel vroeger, dat heeft mijn collega Henri nog meegemaakt, mochten wij niet in de personeelskamer komen. Deze heette toen nog de docentenkamer en was ook uitsluitend voor hen bedoeld. Wij moesten toen pauze houden in de keuken van de kantine. Nu is dit verschil in ‘stand’ helemaal verdwenen en iedereen wordt gelijk behandeld. Ik voel me hier echt een van de mensen.”

U was een tijdje terug met pensioen gegaan, maar nu bent u toch weer terug. Hoe beviel die tijd dat u eruit was?

“In het begin, toen het nog mooi weer was, heb ik veel ondernomen met andere triatleten, maar toen kwam de winter en gingen we weer in lockdown. Toen begon de verveling toch wel wat op te spelen. In maart werd ik gebeld of ik niet terug wilde komen, want ze hadden te weinig mensen. Ik heb gelijk ja gezegd.”

Hoe bevalt het om weer terug te zijn?

“Het is heerlijk, echt als een warm nest. Ik heb alleen maar positieve reacties gekregen van collega’s.”

Hoelang bent u eigenlijk van plan om nu nog te blijven?

“Daar ben ik heel soepel in. Ik kijk gewoon hoe het gaat. Ik blijf dit werk sowieso altijd leuk vinden, dus wanneer ik weer stop, wil ik zeker nog wel doorgaan met vrijwilligerswerk voor de school.”

Wat maakt uw beroep zo leuk?

“Het feit dat er altijd mensen om je heen zijn. Er is altijd contact. Ik vind het heel erg leuk om mensen dingen te leren. Dit doe ik als zwemtrainer, maar ook als conciërge. Als een leerling bijvoorbeeld een lekke band heeft, plak ik die terwijl de leerling meekijkt. Op die manier hoop ik dat hij of zij de band de volgende keer zelf kan plakken. Wanneer ik iemand iets heb bijgebracht, voel ik me voldaan. Hetzelfde geldt voor het organiseren van evenementen. Wanneer een evenement goed is afgerond, ben ik opgetogen.”

VOND JE DIT EEN INTERESSANT ARTIKEL? DEEL HET VIA: