#VERNIEUWBOUW-II
Kleine ergernissen door een grote verbouwing
door Laura Rood
Elke docent en leerling kent het: de eerste dag na een vakantie moet je misschien nog een klein beetje acclimatiseren, maar daarna is het alsof je nooit weg bent geweest. Leeskwartier, klassikale instructie, opdrachten maken – het went snel. Zo is het eigenlijk ook met de verbouwing. “Het is zoals het is,” vat één collega het mooi samen.
Elke locatie een eigen sfeer
Er is natuurlijk wel wat aan de hand: de school is eigenlijk een jaartje in tweeën gesplitst. De onderbouw zit op de Malderburchtstraat, de bovenbouw op de Hatertseweg. Over het algemeen zien de leerlingen uit de onder- en bovenbouw elkaar niet meer. Een groot deel van het personeel moet momenteel pendelen: één of twee keer per dag springen ze op de fiets (of in de auto) om te verhuizen naar de andere locatie.
Maar hoe ervaart iedereen het werken op twee locaties nou? Van de verbouwing wordt maar weinig gemerkt door de docenten. Het is vooral jammer dat je sommige collega’s nooit meer ziet. Dat geldt vooral voor de collega’s die standaard op één locatie werken. Je verliest de connectie met de onder- of bovenbouw. Ook oud-leerlingen moet je als niet-pendelende docent missen: normaal kom je die tegen in de school en maak je even een praatje. Dat gaat nu niet meer. Toch heeft het ook een bepaalde charme, twee kleinere locaties. “Het is ergens ook wel gezellig,” vertelt Jeroen Weijzig, docent geschiedenis. “Als je binnenkomt bij een locatie, hangt er ook direct een heel andere sfeer.”
Pendelen
En het pendelen? Dat valt eigenlijk wel mee. “Tot het straks gaat regenen,” voegt Maartje Zweedijk, docent Nederlands, hieraan toe. “Daar zie ik wel tegenop.” Die regen is voor meerdere collega’s een minder prettig vooruitzicht, ook wanneer ze wel met de auto naar het werk komen. Het parkeerterrein bij de Hatertseweg is namelijk een stuk minder groot. Dat betekent op tijd van huis vertrekken om de beste parkeerplek te scoren.
De onderbouwleerlingen zijn er relaxt onder. In de aula is voldoende ruimte en het nemen van de achteringang is ook niet zo’n grote verandering. Hun schoolgenoten missen ze een beetje, maar er is altijd nog Whatsapp (en Snapchat.. en Instagram.. en TikTok..) “Af en toe wordt er wat geboord,” vertelt een leerling uit de tweede klas. “Maar zelfs dat is niet zo erg, want dan heb je een goed excuus om even niet op te letten.”
“Af en toe wordt er wat geboord,” vertelt een leerling uit de tweede klas. “Maar zelfs dat is niet zo erg, want dan heb je een goed excuus om even niet op te letten.”
Snoozen
Alleen in de bovenbouw zijn er wat klachten. Eén leerling noemt het nieuwe gebouw net een gevangenis – maar geeft later toe dat dit voor elk schoolgebouw eigenlijk geldt. De aula is wel een stuk kleiner op de Hatertseweg, waardoor het lastiger is om een plek te veroveren. Het allerergste zijn echter de nieuwe roostertijden. De lessen beginnen voor de huidige bovenbouw namelijk veel te vroeg: tien hele minuten eerder. “Dat is gewoon één keer snoozen, mevrouw,” krijg ik te horen van een verontwaardigde leerling uit havo 4. “Deze school gunt ons geen rust.” Al met al valt het dus allemaal wel mee met de impact van de grote verbouwing – afgezien van het slaaptekort van onze bovenbouwleerlingen.