#COLUMN
Wereldburgers aller landen verenigt u
Door David Rous
In The Ancestor’s Tale van Richard Dawkins vertellen genetici en wiskundigen dat onze meest recente gemeenschappelijke voorouder pakweg 3000 jaar geleden op deze aarde rondliep. We hebben allemaal genen uit dit pakket in ons lijf. We zijn letterlijk familie van elkaar. Iedereen op de planeet. Deze abstractie wordt concreter als je bedenkt dat je in slechts twintig stappen een miljoen voorouders hebt. Twee ouders, 4 grootouders, 16 overgrootouders, 32 betovergrootouders...heb je ‘m? En als er maar 1 uit die menigte ontbrak was je er niet geweest. Wat een majestueus wereldwonder van verwantschap en uitzonderlijkheid is elk van ons!
Hoe kunnen onze staatslieden dit negeren? Hoe kunnen ze met hun rupsbanden over deze diepe verwevenheid en individuele uitzonderlijkheid heen denderen? Onschuldige burgers doden om onschuldige burgers te beschermen? Het is niet consistent.
In de werelddemocratie of wat de grote filosoof Kant “das ethische gemeinwesen” noemt, moeten we met alle onschuldige burgers samen onze regeringen aanzetten om dit afschuwelijke geweld jegens onze evenbeelden over de grens te stoppen. Dat betekent brieven schrijven, debatteren, organiseren, demonstreren, vluchtelingen opvangen, rechtszaken voeren- tot ze bij zinnen komen en uit de geweldspiraal stappen.
Het is moeilijk tijdens de frustrerende pogingen daartoe (denk bijvoorbeeld aan de miljoenen die in 2003 wereldwijd protesteerden tegen de inval in Irak die gewoon doorging) niet in cynisme of nihilisme te vervallen. De aanhoudend getoonde minachting voor mensenlevens tast onze ziel aan. Het normaliseert het doden van medemensen. Onze jongeren kijken toe.
Wat soms helpt is het lezen van het werk van de Poolse dichteres Wislawa Szymborska. Haar gedichten zijn in staat het levenswonder zo te laten schijnen dat geen excuus overeind blijft staan voor de ontmenselijking en duistere barbarij die onze staatslieden op dit moment in onze naam aanrichten onder onze verwanten.
O, Schande, Oh, Schaamte - er is geen plek meer over om je te verstoppen!
Elk geval
’t kon gebeuren
’t moest gebeuren.
Gebeurde eerder. Later.
Dichterbij. Verder weg.
Gebeurde een ander.
Je werd gered, omdat je de eerste was.
Je werd gered, omdat je de laatste was.
Omdat je alleen was. Er mensen waren.
Omdat links. Rechts.
Omdat het regende. Er schaduw was.
Omdat de zon toen scheen.
Gelukkig was daar een bos.
Gelukkig waren daar geen bomen.
Gelukkig waren er een stang, haak, balk, rem,
Stijl bocht, een millimeter, seconde.
Gelukkig dreef er een strohalm voorbij.
Doordat, aangezien, toch, ondanks.
Wat was er gebeurd, als de hand, de voet
Een stap, een haar
Van de samenloop...
Dus je bent er? Recht uit het nog net afgewende ogenblik?
Er zat een maas in het net en jij kroop erdoor?
Ik kan mijn verbazing niet op, kan mijn zwijgen niet op.
Luister,
Hoe snel je hart in mij klopt.
Auteur: Wislawa Szymborska
Vertaling: Gerard Rasch, Meulenhof (1999)
Beeld: Unsplash (NASA)
Vond je dit een interessant artikel? Deel het met je vrienden!