Lara Colmbijn
#DOORSTROMEN
“Je kunt zo een belangrijke beslissing nog even uitstellen.”
Na je eindexamen doorstromen naar havo of vwo
Door Laura Rood
Sommige leerlingen kunnen niet wachten om de schooldeuren achter zich dicht te gooien. Dat geldt niet voor deze vier leerlingen. Lateesha, Bart, Lara en Kenji kunnen nog geen afscheid nemen van het Kandinsky College. Hoe is het om door te stromen naar de havo of het vwo?
Lara Colmbijn (slaagde vorig jaar voor mavo 4, zit nu in havo 4)
Lara twijfelde in groep 8 geen moment. “Ik liep binnen en ik dacht meteen ‘dit wordt het!’”. De inschrijving voor het Kandinsky College was snel gedaan. Ook over de keuze tussen TTO en Nederlandstalig hoefde Lara niet lang na te denken. Als kind keek ze voortdurend al naar allerlei Engelstalige filmpjes op YouTube. “Wat ik dan keek? Ja, van alles. Mensen die zo’n KinderSurprise-ei openen, dat soort onzin. Maar altijd in het Engels.” Vier jaar later haalde ze haar diploma voor de mavo. Voor haar eindexamen Engels haalde ze een 8,5 – wie zegt dat je niets kunt leren van YouTube?
Vanaf het begin van mavo 4 zat het idee al in haar hoofd om door te stromen naar de havo. Gewoon, om nog even wat langer na te kunnen denken over haar toekomst. “Maar,” voegt ze hieraan toe, “Ik wilde wel realistisch blijven en heb ook wel met mezelf afgesproken om af te wachten hoe de examens zouden verlopen. Als ik alles net aan had gehaald, dan had ik misschien wel anders gekozen.” En waarom dan naar de havo? Dat heeft alles te maken met de duidelijke toekomstplannen van Lara: ze wil de lucht in. “Als kind wilde ik altijd al stewardess worden. Dat is altijd mijn droom geweest. En nu… nu wil ik dat nog steeds wel, maar ik ben ook gaan twijfelen. Ik wil sowieso dat vliegtuig in maar misschien nu toch maar als piloot.”
En is er nou een verschil te merken, tussen de havo en de mavo? Niet echt, volgens Lara. “Je krijgt minder tijd in de lessen om huiswerk te maken, dus dat moet ik nu thuis doen. En eerlijk is eerlijk, op de mavo deed ik dat nooit maar nu dus wel.”
Kenji Bokatola (mavodiploma op zak, zit nu in havo 4)
Dit is het derde jaar op het Kandinsky College voor Kenji Bokotala. Hiervoor woonde hij in Frankrijk, waar hij na de basisschool één jaartje middelbaar onderwijs heeft gevolgd. Op zijn dertiende kwam hij naar Nederland. Door het coronavirus kon hij niet direct beginnen met school. Pas na een jaar startte hij op een internationale school om onder andere Nederlands te leren. Hierna kwam hij terecht op het Kandinsky College, waar hij startte in mavo 3. Een behoorlijk chaotische start dus. Na twee jaar Kandinsky was het dus al tijd om eindexamen te doen. Kenji bleef er gelukkig heel relaxt onder: “Ik heb nooit stress. Ik doe altijd mijn best maar als het niet lukt dan denk ik ook gewoon, laat maar.”
De overstap naar de havo maakte hij omdat hij nog geen idee heeft wat hij later wil doen. Het enige wat hem nog wel leuk lijkt, is het starten van een eigen bedrijf. Het is dan ook geen verrassing dat hij de vakken bedrijfseconomie en economie noemt als favoriete vakken. “Beetje leren over de aankoop van een huis, een hypotheek. Dat is dan nog wel interessant.” Veel beter weet hij wat hij niet wil doen: de zorg of het onderwijs in. “Met deze leerlingen? Nee, daar begin ik niet aan.”
Lateesha van Gestel (vorig jaar geslaagd voor havo 5, zit nu in vwo 5)
Lateesha zit nu op het vwo maar is eigenlijk bekend met alle niveaus op het Kandinsky College. Ze begon destijds in een brugklas vwo en ging in het tweede jaar naar een tweede klas havo/vwo. In het derde jaar startte ze vervolgens in mavo 3 om halverwege het jaar over te stappen naar havo 3. Daarna ging het gelukkig een stuk soepeler: in havo 3, 4 en 5 ging het allemaal goed en vorig jaar behaalde ze haar havodiploma.
De eindexamens vielen gelukkig wel mee. “Ik had in de brugklas al zenuwen voor de examens, het wordt heel groot gemaakt maar die drie uurtjes waren elke keer zo voorbij.” Toch kunnen die examens je ook verrassen. “Voor Engels had ik opeens een 8, voor kunstgeschiedenis een 5,1. Terwijl kunstgeschiedenis het enige examen was waarvan ik dacht dat ’t goed ging.”
De keuze om met vwo door te gaan was niet zo lastig. “Ik ben ooit begonnen met vwo en wil dat eigenlijk ook gewoon afmaken.” De extra tijd is ook welkom want ze weet nog niet precies wat ze wil gaan doen. Ze overweegt een paar bachelors zoals rechten en criminologie, gevolgd door een master journalistiek. Maar zeker weten doet ze het nog niet. “Het kan nog alle kanten op – geschiedenis is bijvoorbeeld ook een optie.”
De overgang van havo naar vwo verloopt eigenlijk heel goed. Veel stof wordt dit jaar nog herhaald maar er is meer diepgang. Op de havo werden soms dingen overgeslagen die nu wel op het programma staan. Het is soms wel lastig om gemotiveerd te blijven. “Soms denk ik nu net iets te makkelijk over dingen. Dan denk ik, het maakt niet zoveel uit want ik heb toch al een diploma.”
Bart Hopman (havodiploma behaald, doet dit jaar eindexamen vwo)
Bart is een jongen met een plan. Een jongen met een plan a, plan b én een plan c, om precies te zijn. Dit heeft alles te maken met zijn grote droom: diergeneeskunde studeren. Ooit kwam hij al zappend langs het programma The incredible Dr. Pol, over de Amerikaanse dieren- en veearts Jan Pol (overigens gewoon geboren in Drenthe). Voor Bart was het duidelijk: dit was wat hij later ook wilde doen. Om dierenarts te worden heb je echter een vwo-diploma nodig en daarom is Bart na het behalen van zijn havodiploma doorgestroomd naar het vwo.
Na zijn eindexamen vwo is het plan om diergeneeskunde te gaan studeren in Utrecht. Het is alleen nog even afwachten of dat gaat lukken. Jaarlijks zijn er zo’n 2000 aanmeldingen voor 225 plekken. Vandaar dus het plan b én c: als Utrecht niet lukt, dan is er nog de mogelijkheid om diergeneeskunde te studeren in Antwerpen of Gent. Lukt dat ook niet, dan is er nog de route via de opleiding Animal Sciences, gevolgd door de master diergeneeskunde. Bart is dus goed voorbereid.
De overstap van havo naar vwo gaat gelukkig heel goed, al is de stof wel een stuk lastiger. Op het vwo krijgen leerlingen ook een stuk meer eigen verantwoordelijkheid, vertelt Bart. “Er is minder controle en je krijgt vooral hulp wanneer jij aangeeft ook hulp nodig te hebben.”