#ONDERWIJSINNOVATIE
KLASLOKAAL WORDT WHITEBOARD
Door Atie le Sage
In veel lokalen staan tafels in een busopstelling en werken leerlingen zittend. Bij Building Thinking Classrooms (BTC) zijn de muren behangen met whiteboards. Ieder whiteboard heeft een eigen cijfer. De tafeltjes staan in groepjes van vier diagonaal in het lokaal. Huib Geboers, docent wiskunde, en Margot Peters, docent natuurkunde, vertellen me enthousiast én uitgebreid over Building Thinking Classrooms.
Wat is Building Thinking Classrooms?
Huib: Het is een didactische werkvorm én meer, waarbij je tot doel hebt dat leerlingen zelf nadenken.
Margot, lachend: It’s a way of life.
Huib: Building Thinking Classroom zit in alles. Hoe ik mijn programma voorbereid, in de dingen die we in de les doen.
Wat zijn de componenten van BTC?
Huib: Leerlingen werken per les in een willekeurig groepje van drie. Bij vier loop je het risico dat het groepje uiteenvalt in twee keer twee en twee is te weinig: je wilt verse input.
Ze werken elke les met anderen samen. Ze weten van tevoren niet met wie. Ik geef ze het liefst een vage opdracht waar ook iets nieuws in zit, waarvan leerlingen niet weten hoe ze het moeten aanpakken. Zo worden ze uitgenodigd tot samenwerken. Wat zouden we kunnen doen? Wat weten we al wel? Waar heeft het mee te maken?
Hoe werkt het?
Huib: Ik werk veel met briefjes met daarop een opdracht, soms met verschillende niveaus. Leerlingen pakken bij binnenkomst een briefje en een stift. Ze weten dan hun groepje en bij welk bord ze moeten staan en gaan aan het werk.
Margot doet het anders: Leerlingen komen binnen. Ik vertel ze de groepjes, ze vegen het bord schoon en staan klaar bij de borden. Ik zeg ‘komt ie’ en geef de opdracht mondeling en ze gaan beginnen. Het mondeling geven van de eerste opdracht is een van de componenten van deze methode. En het werkt echt! Dat is zo leuk! Het brengt ze direct in een alerte modus, ze gaan direct beginnen. Laatst zat ik in een lokaal zonder borden en werkten de leerlingen in tweetallen in een schrift. Het duurde echt veel langer voordat ze begonnen waren.
Komen leerlingen in een actievere modus het lokaal binnen omdat jullie zo werken?
Huib: Er is vrijwel geen enkel leerling die zegt ‘We gaan lekker een uur wiskunde of natuurkunde doen’. Wat je ziet is, dat ze veel sneller aan het werk zijn.
Margot: Wat ik heel leuk vind om te zien is de eerste 20 minuten bij de borden. Dat vind ik echt genieten. Ze zijn dan allemaal echt over de inhoud aan het praten. Door over iets te praten maak je het je eigen. Ze maken er een tekening of grafiek bij. Ik hoor ze tegen elkaar zeggen “dat zit zo”. Dat is toch fantastisch! Die alerte, nadenkende modus houden ze vast in de tweede helft van de les, waarin ze met sommen uit het boek oefenen.
Huib: Over het geheel genomen ervaar ik meer motivatie bij leerlingen. Ze praten over de inhoud en leggen elkaar dingen uit. Ze bevragen elkaar.
Margot: Een leerling zei “als een docent het uitlegt dan is het altijd in docententaal, dat is soms moeilijk. Als iemand van de leerlingen het uitlegt dan is het in onze eigen taal en woorden met andere stapjes. Dan snappen we het beter”.
Huib: Als leerlingen in een schrift werken, ligt de focus op het af hebben van de opdracht en heb ik de uitkomst goed? BTC focust op het gesprek en de inhoud. Het kan zijn dat leerlingen na een uur niet uit de opdracht zijn gekomen en je toch zegt: Super goed, wat hebben we vandaag veel geleerd!
Margot: De verschuiving naar zelf nadenken, is wel iets waar ze nog aan moeten wennen. Leerlingen willen het liefst dat ik het precies voordoe en zeg of ze het goed hebben gedaan, terwijl ze moeten leren daar zelf over na te denken.
Huib: Je leert leerlingen vertrouwen te hebben in zichzelf. Ze hebben de intelligentie van drie groepsleden bij elkaar. Als leerlingen met een opdracht vastlopen, moedigen we aan om ergens anders te gaan kijken om inspiratie op te doen, ideeën te toetsen. Andersom geldt ook: als een leerling iets te brengen heeft, is dat alleen maar mooi. Want we zijn samen aan het leren.
Waar ben je in aanraking gekomen met BTC?
Huib: Ik hoorde er vier jaar geleden tijdens mijn opleiding over en ben het boek gaan lezen. Het was onderbouwd, dat sprak me erg aan. Ik weet nog goed dat ik het voor het eerst toepaste in een les met vwo-3-leerlingen. Ik vroeg de helft van de klas een opdracht op het whiteboard uit te werken en de andere helft mocht blijven zitten. De leerlingen hadden de opdracht op het bord al bijna uitgewerkt, voordat de zittende leerlingen min of meer hun pen gepakt hadden. Ik dacht “Wow, je ziet gewoon dat het klopt, wat Liljedahl schrijft. Het is gewoon waar, dan zal de rest ook wel waar zijn. Dit moet ik verder uitproberen”.
“Een leerling zei “als een docent het uitlegt dan is het altijd in docententaal, dat is soms moeilijk. Als iemand van de leerlingen het uitlegt dan is het in onze eigen taal en woorden met andere stapjes. Dan snappen we het beter”.”
- Margot
-
Huib doet dit nu 4 jaar. Margot, jij sinds kort. Hoe ben jij er toe gekomen hiermee te beginnen?
Margot: Huib en ik raakten in de personeelskamer vaak in verhitte discussie over didactiek: waarom bespreken we een toets heel uitgebreid? Waarom begin je de les met een uitleg? Waarom doe je een som voor en laat je leerlingen het nadoen? Ik ben toen op lesbezoek geweest bij Huib. Het viel me op dat leerlingen actief bezig waren en het ook best leuk vonden om te discussiëren over een som. Als ze discussiëren, zijn ze betrokken, anders houden ze wel hun mond. Dat wilde ik ook.
Leerlingen gaven mij vaak terug dat ik duidelijk uitleg en het goed voordoe. Dat knaagde een beetje want daar help ik ze op de lange termijn helemaal niet mee. Met BTC wil ik leerlingen helpen zelf na te denken en dat de stof beklijft. Een leerling zei onlangs “Ik heb eindelijk door hoe ik moet studeren”.
Huib: Mijn cijfers zullen niet verschillen van mijn collega’s die dit niet doen. Ik heb wel het idee dat ik leerlingen aflever die meer zelfstandig zijn in het leren.
Margot: Ze raken nu gewend aan door iets moeilijks heen te worstelen en niet gelijk antwoorden te krijgen.
Huib: Het gaat voor mij niet over kennis of individuele vaardigheden, maar over studiehouding, attitude, doorzettingsvermogen, samen werken. Ik ben dat veel meer aan het trainen. Die twenty first century skills zitten heel erg in deze werkvorm.
Huib: Ik vind het fijn om dit samen met Margot te doen en te sparren over: waar we staan, hoe we dingen aanpakken, waar we tegen aanlopen. Dat vind ik heel prettig, want we zijn bezig leerlingen iets te leren, maar staan zelf ook te leren. Ik heb het gevoel dat ik heel erg in ontwikkeling ben. Ik ervaar dat als super waardevol. Ook wij, zijn samen aan het leren.
Margot: Ik ook! En ik vind het echt heel leuk hoe mijn leerlingen meedoen. Een compliment aan de leerlingen! Het is anders werken, ze staan binnen een minuut aan de borden. Ze zetten zich echt in er iets van te maken. Ze moeten hard werken, maar dat doen ze ook. Dat vind ik echt knap!
Shadi Torabi Goodarzi, v5a
Hoe vind je het om opdrachten op het whiteboard te maken?
Als je een fijne groep hebt, werkt het echt fijn om samen na te denken over een opdracht! Als ieder voor zich in een schrift werkt, zie je niet wat er gebeurt. Bij een bord wel, dat is veel actiever.
Wat heeft deze manier van werken je gebracht?
Als ik actief meedoe, heb ik minder moeite met het snappen van de vraag. In een schrift weet ik soms niet hoe ik moet beginnen. Als leerlingen op het bord al een begin hebben gemaakt of gegevens hebben opgeschreven, dan weet ik vaak hoe ik verder moet.
Hoe was de start?
In het begin was het even wennen en liep het wat traag voordat leerlingen begrepen wat de bedoeling was. Nu leerlingen dat weten, komt er vaart in en gaan ze actief bij de borden staan.
Zijn er naast voordelen ook nadelen?
Ik zou het fijner vinden als we zelf de groepjes mogen kiezen. De samenstelling van het groepje is van grote invloed, vind ik. Naar elkaar luisteren, elkaar dingen uitleggen, elkaar mee te nemen in de opdracht zijn heel belangrijk om iets te kunnen leren.
Tot slot….
Door deze manier van werken weet ik beter hoe ik een opdracht kan aanpakken, wat er nodig is en hoe ik iets kan toepassen. Als het in mijn hoofd logisch bij elkaar zit, dan onthoud ik het gemakkelijker. In het begin was het even wennen en liep het wat traag voordat leerlingen begrepen wat de bedoeling was. Nu leerlingen dat weten, komt er vaart in en gaan ze actief bij de borden staan.
Titel: Building Thinking Classrooms - Auteur: Peter Liljedahl
BTC kijkt hoe veranderingen aan lokalen en didactiek in te zetten die nodig zijn om leerlingen aan het nadenken te krijgen. Daarin stelt BTC alles ter discussie, van waar leerlingen werken, tot met wie ze werken, tot waar ze aan werken. BTC overdenkt opnieuw hoe opgaven geïntroduceerd worden, hoe leerlingen voorzien worden van hints en uitbreidingen en hoe we een activiteit consolideren. BTC biedt manieren om leerlingen effectiever aan het denken te zetten. Building Thinking Classrooms – Denkklassen bij wiskunde