#TEAMWORK


‘De bereidheid om het samen op te lossen is groot.’

Examensecretaris en docent economie Jos Olsthoorn improviseert in coronatijd

door Jesse Boon

Jos Olsthoorn is naast docent economie ook examensecretaris. Dat betekent dat hij de examens en de toetsweken organiseert, de administratie daarvan doet, de cijfers en de absenties bijhoudt, het nakijken door andere scholen regelt, de herkansingen regelt, de examens beheert en de roosters maakt. Dat is normaal al een flinke klus, maar dit jaar deed hij zijn werk met een extra moeilijkheidsgraad. Het verhaal van de examensecretaris in coronatijd.

Betrokken samenwerking

‘Het examensecretariaat doe ik samen met Klaas Huijsman, maar de verantwoordelijkheid om het hele zaakje te regelen ligt bij mij. Je zou denken dat ik alleen de maand mei veel te doen heb, maar eigenlijk ben ik het hele jaar druk. Er komt elke dag wel post binnen, ik heb elke dag wel contact met collega’s over de voortgang rondom toetsweken en examens. In mei maak ik wel langere dagen. Omdat ik ook nog behoorlijk wat lessen geef, is dat soms passen en meten. Ik word daarom vaak ondersteund door collega’s van de administratie, door docenten of door het onderwijsondersteunend personeel. Die samenwerking vind ik erg leuk- zeker gecombineerd met het contact dat ik als docent heb met de leerlingen. Ik ben bij veel dingen in de school betrokken en draag graag verantwoordelijkheid. Vaak krijg ik positieve reacties. Die gaan dan over de bereidheid om mee te denken, om dingen fijn te regelen voor docenten, om samen te zorgen dat het allemaal lekker loopt. Dat lukt meestal goed.

De komst van corona

In de week voordat alle scholen dicht gingen, kreeg ik al vragen van leerlingen over de examens. Ik had toen al het vermoeden dat die niet door zouden gaan. Ik zag het niet voor me, al die leerlingen die geen onderwijs kregen maar dan wel allemaal op school examen zouden doen. Ik dacht in eerste instantie ook dat ik het dan wat minder druk zou hebben dit jaar. Maar dat pakte anders uit, want de organisatie van deze periode was behoorlijk wat werk. Ik ben meteen meegenomen in een crisisteam met het MT, waarmee we de organisatie van het digitale onderwijs, de toetsweken en de examens aangepakt hebben. Het hele schema wat er lag, moest op de schop. Hoe gingen we vorm geven aan wat er nog wel kon? Hoe konden we toetsen afnemen met inachtneming van de afstandsregels? Wat moest er nog afgerond worden, welke toetsen nog ingehaald? Er waren voortdurend veranderingen in de richtlijnen, waardoor veel van onze gemaakte plannen ook weer de prullenbak in konden. Zo was er eerst sprake van dat er wel examens zouden zijn maar geen toetsweken, toen werden het wel toetsweken maar geen examens, toen bleek dat de toetsen ook op school afgenomen mochten worden in plaats van alleen digitaal. Elke stap vroeg weer om een andere aanpak, elke dag opnieuw keken we waar we stonden en werkten we nieuwe plannen uit. Dat was druk, maar de bereidheid was groot. We gingen het gewoon regelen.

Toetsweek

Afval

We hebben voor een aantal keuzes gestaan. Elke school was vrij om naar eigen inzicht de toetsweken in te plannen - zolang alles maar voor 4 juni afgerond was. Er was veel overleg met de andere scholen uit de Scholengroep Rijk van Nijmegen. Uiteindelijk hebben wij ervoor gekozen om de toetsweek pas na de meivakantie te plannen. Dat gaf leerlingen veel tijd voor de voorbereiding en het gaf voldoende ruimte om alles wat daarvoor nog moest gebeuren, af te ronden. We wilden ook dat leerlingen een duidelijk beeld hadden van de cijfers die ze dienden te behalen tijdens de laatste toets, om te kunnen slagen. Er zijn veel onduidelijkheden geweest, we hebben vaak zitten wachten op nieuwe informatie van het ministerie. De slaag- en zakregeling was hier een goed voorbeeld van. Hoe worden de cijfers afgerond? Wat telt mee, en hoe vaak? Hoe kunnen leerlingen herkansen? Inmiddels is bekend dat een leerling twee herkansingen heeft van de laatste toetsweek, en daarna nog voor twee vakken de mogelijkheid heeft om een resultaatverbeterings-toets te maken. Maar die resultaatverbeterings-toetsen gaan wel over álle stof, terwijl de laatste toets alleen maar over een deel van de stof gaat. Toch zijn er voldoende kansen, denk ik. De toetsweek heeft inmiddels op school plaatsgevonden. Het was natuurlijk handig dat de school leeg was, daardoor konden we alle leerlingen goed verspreiden. Ze zaten met z’n tienen in een klas, dus we hadden veel surveillanten nodig. Maar het viel allemaal goed te regelen.

"Ons digitale onderwijs staat inmiddels heel stevig, dat is mooi om te zien. "

Geslaagd?

Wat gek is, is dat leerlingen na de uitslag van hun laatste toetsweek in principe al weten of ze geslaagd zijn of niet. Toch gaan ze op 4 juni gebeld worden door hun mentor. Zodat er echt even één-op-één contact is en de vlag daarna officieel uit kan. En als er herkanst moet worden, kan dat natuurlijk besproken worden. Ik vind het sneu dat leerlingen niet echt examen kunnen doen. Dat ze dat eindexamengevoel niet hebben, dat ze geen slagingsfeestjes hebben, dat geboekte vakanties niet doorgaan, dat die bijzondere momenten er niet zijn voor ze. We bekijken nu of we wel een soort diploma-uitreiking kunnen organiseren, in kleine groepen. We willen er toch graag iets speciaals van maken. Deze groep leerlingen zal altijd bekend blijven staan als de groep die niet echt examen heeft kunnen doen. Voor sommigen is dat fijn, want die waren toch al zeker van hun zaak. Voor anderen niet, die hadden dat examen echt nodig om nog te kunnen slagen. Toch geloof ik niet dat het wel of geen examen doen echt verschil uit gaat maken voor hun vervolgprestaties. Dat wat je in je schoolloopbaan allemaal gedaan en geleerd hebt, is veel belangrijker. Maar het zou een interessante onderzoeksvraag zijn.

Digitaal onderwijs

Ons digitale onderwijs staat inmiddels heel stevig, dat is mooi om te zien. Ook de leerlingen zijn ingeregeld. In de eerste weken zaten ze nog wel eens in het park als het tijd was om in te loggen, maar nu zijn ze gewoon thuis. We hebben goede afspraken gemaakt: niet in pyjama, je camera aan, op tijd zijn. Wat gek is, is dat leerlingen bij digitaal onderwijs niet kletsen. Normaal moet een leraar om stilte vragen, nu zitten ze gewoon te wachten op wat er komt. Er is in deze periode veel onderwijsmateriaal beschikbaar gekomen, dat is echt een voordeel. Ik maakte als economiedocent al YouTube-filmpjes, dat zijn nu veel meer mensen gaan doen. Maar er gaat toch niets boven fysiek onderwijs. Je leerlingen aan kunnen kijken, zien waar ze mee bezig zijn, kunnen controleren of ze het echt snappen, dat gaat allemaal niet. Je kunt ze digitaal veel moeilijker bereiken. Bovendien hoor ik veel dat leerlingen school echt missen. Hoe vaak ze ook zeggen dat ze school niet leuk vinden, ze hebben dat contact echt nodig.

Toekomst

Wat ik spannend vind, is hoe het volgend jaar verder gaat. Als we na de zomervakantie niet volledig open kunnen gaan, hoe begeleiden we dan de leerlingen die volgend jaar examen doen? Hoe ziet het aanlooptraject er dan uit? Hoe zorgen we ervoor dat ze net zo goed gaan scoren als normaal? We weten nog niet waar we volgend jaar weer op moeten gaan reageren. Ik heb er nog geen stress van, ik laat het voor dit moment los. We hebben al zoveel dingen ontwikkeld en de bereidheid om het samen op te lossen is zo groot, dat ik verwacht dat het sowieso goed gaat komen.’

Vond je dit een interessant artikel?
Deel het met je vrienden!