#RESPECT


You’ll never walk alone

Afdelingsleider havo Jeannine Boset over meebewegen in crisis

Door Jos Olsthoorn

Een lege school, lessen op afstand, toetsen op afstand, geen examen. Voor velen heeft deze tijd een hoop veranderingen met zich meegebracht. Ook een afdelingsleider krijgt ineens met andere zaken te maken. Een verschuiving van taken? Een flinke hoeveelheid extra taken? Biedt dit nieuwe kansen? We spraken erover met Jeannine Boset, afdelingsleider havo bovenbouw.

Wat dacht je toen je het nieuws hoorde?

“Je bedoelt toen de scholen dicht gingen? Dat begon eigenlijk al net iets daarvoor. De donderdag voor de zondag waarop bekend werd dat de scholen dicht gingen, was er al een persconferentie. Ik merkte dat dit bij leerlingen enorm speelde, maar ook onder de collega’s. Ik heb deze persconferentie, die tegelijkertijd met de teamvergadering plaatsvond, samen met de docenten uit het havo bovenbouwteam bekeken. De sfeer was na deze persconferentie wat bedrukt. We zouden toen nog open blijven. Maar was dit wel haalbaar? Veel collega’s hadden twijfels. Toen ik zondag hoorde dat we wel dicht gingen, was dit enerzijds ook een opluchting. Ik voelde binnen mijn team dat dit was wat ze wilden. De maandag erop was heel gek: een lugubere, stille school. En toen ik die middag naar huis fietste had ik een raar gevoel. Wanneer kwam ik hier weer terug? Toen dacht ik nog: ‘2,5 week geen school. Hoe kan dat?’ Niet wetend dat het nog veel langer duurde. Het was het begin van een onoverzichtelijk en onheilspellende tijd. De eerste week was een achtbaan vol met stressmomenten, adrenaline, opgerichte crisisapps, liveblogs volgen en verversen. In die periode stond ik echt van ’s ochtends tot ’s avonds aan. Thuis heb ik ook twee pubers, die beiden op het NSG zitten. Stiekem keek ik met een schuin oog mee hoe die het aanpakten. Je moest toch alles opnieuw uitvinden.

Hoe hebben jullie vergaderd en contact gehouden met het team?

Het eerst MT-overleg vond nog plaats in een lokaal, maar wel op 1,5 meter afstand. Later dacht ik er nog aan terug, dat we met acht mensen in een gesloten ruimte zaten. Ik had toen nog helemaal niet het gevoel dat de regels ook voor mij golden. Maar iedereen was al snel doordrongen van de ernst, dat gaf ook energie. In die eerste week wilde ik toch graag mijn team spreken. Hoe ging het met ze? Welke vragen waren er? Kunnen we elkaar helpen? Ik had net gehoord van het programma Zoom en al gelijk hielden we de eerste vergadering op deze manier. Iedereen was er, ook al kende de helft van de docenten het programma niet. Binnen twee dagen gebruikten we het alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Vanaf dat moment hadden we wekelijks een vergadering. Als ik niet kon vanwege een andere afspraak, ging de vergadering toch door. En iedereen was er ook! Normaliter is er altijd wel iemand die een andere afspraak heeft, maar nu niet: een unicum. Die bijeenkomsten waren echt hartverwarmend. Ideeën werden uitgewisseld, iedereen vertelde even hoe het ging. Het belang om toen elkaar al te zien was groot. “De week na die eerste ‘gesloten’ week zag ik opeens collega’s in een Zoom-les met klassen het nummer ‘You’ll never walk alone’ afspelen. Dat was toen een actie van de radiostations. Hoewel ik moet bekennen dat ik absoluut geen fan ben van het nummer had dit toch wel iets moois. Het levert echt veel samenhorigheid op. Niet alleen bij collega’s, ook bij de klassen onderling, de leerlingen, het MT en de ouders.”

Wat houdt je nu vooral bezig?

“We zijn nu druk bezig met de 1,5 meter school. Dit is volop in beweging. De afgelopen weken stonden grotendeels in het teken van de examenkandidaten naar een diploma helpen. Nu ligt de focus iets meer op de voorexamenjaren. Hoe moet deze groep leerlingen volgend jaar examen doen? Onderwijs op afstand is naar mijn idee toch wel even anders dan in een lokaal. Je merkt hoe noodzakelijk het persoonlijk contact is. Dit geldt niet voor alle leerlingen hoor, er zullen er best wat zijn die dit heerlijk vinden. Maar over het algemeen geldt dat iedereen het toch mist. De interactie, kletsen met elkaar, grapjes maken, dat lukt echt niet met dertig gezichtjes op het scherm van je computer. We zijn dus druk bezig om te kijken hoe we veilig onderwijs kunnen creëren. Is dat een combinatie van live lessen en digitaal? Hoe gaan we toetsen? Maar nu speelt ook de diploma-uitreiking van de huidige lichting een rol. Dit is zo’n speciaal moment in je leven. We willen er echt iets van maken. Die leerlingen verdienen een spetterende afsluiting van hun schoolcarrière.”

Hoe verandert de crisis jouw rol?

“In feite niet. Ik blijf op de achtergrond en nu ben ik nog minder zichtbaar voor leerlingen dan normaal. Mijn rol is iets verschoven richting het begeleiden van het team en het vormgeven van onderwijs. Ik ben minder in contact met leerlingen. Meer onderwijsontwikkeling, minder brandjes blussen op school.”

De woordspeling is onbewust.

Maar het recente brandje op het Kandinsky College gooide letterlijk ook nog roet in het eten. Vermoedelijk kunnen de leerlingen pas op 15 juni naar school.

“Dat was ook een echte tegenvaller. We zitten in de hoek waar de klappen vallen! Het is zuchten, omdraaien en weer verder. Dan denk je echt: dit kunnen we er ook nog wel bij hebben. Je wordt een beetje stoïcijns. Kom maar op, dit kunnen we ook aan.”

Hoe zie je de toekomst?

“Ik ben geen minister van onderwijs, maar ik schat in dat dit nog wel een nasleep gaat krijgen. We zullen het jaar mogelijk net zo beginnen als we eindigen. Beide schooljaren zullen raar zijn, is mijn inschatting. Maar je went er ook snel aan. Het zou een beetje gek zijn als we in augustus met zijn allen weer bij elkaar zitten. Ik hou soms zelfs thuis afstand, onbewust. Je mag niet met zijn tweeën aan een eettafel zitten, denk ik dan. Het zit helemaal ingebouwd. Ik wil wel zeggen dat ik erg onder de indruk ben van al die pubers die doen wat er van ze gevraagd wordt. Maar weinig pubers in het land hebben last van hun gezondheid gekregen, maar ze hebben echt veel last van de maatregelen. Geen examenfeestjes, geen vrienden om je heen, niet hangen op het schoolplein. Diepe buiging voor deze groep. Ik zou nu niet graag zestien zijn.”

Vond je dit een interessant artikel?
Deel het via: