#INBEELD


“We appen wat af met onze leerlingen!”

Mentor zijn in coronatijd

door Ans Kieskamp

Roxanne Theunissen werkt per 1 augustus 2020 13 jaar op het Kandinsky College. Ze geeft het vak maatschappijleer en is mentor van een mavo 4-klas. Via Zoom heb ik haar mogen interviewen en gevraagd hoe het is om mentor te zijn. Vooral in deze tijd waarin ze door de corona haar leerlingen weinig persoonlijk ziet of spreekt.

Hoe is het om mentor te zijn?

Als je mentor bent, voel je je meer verbonden met een deel van de school. Ik voel me verantwoordelijk voor mijn leerlingen. Het is fijn om zo’n groepje leerlingen te begeleiden, onder moeders vleugels te hebben.

Ik ben eigenlijk vanaf het begin mentor geweest. Eerst van havo 4-klassen, inmiddels twee jaar van een mavo 4-klas. Het grootste verschil is dat mavo 4 een examenklas is en dat je naar een bepaald doel toe werkt, namelijk het behalen van het diploma.

Hoe belangrijk is het een goede relatie met leerlingen te hebben?

Ik vind het heel belangrijk om een goede band met mijn leerlingen te hebben. Zij zijn dan meer bereid om iets voor jou te doen, dus moet je hierin investeren. De leerlingen in mavo 4 hebben een goede begeleiding nodig, ze zijn niet allemaal even zelfstandig.

Mijn mentorenteam bestaat uit Jojanneke Sengers, Henk van der Kaaij en mijzelf. Het voelt eigenlijk alsof heel mavo 4 mijn mentorklas is, terwijl het om drie klassen (zo’n 80 leerlingen) gaat. Dat komt omdat ik alle leerlingen lesgeef en omdat Henk, Jojanneke en ik een hecht team vormen. We hebben iedere week overleg met Maria Urselmann, afdelingsleider, waarin we leerlingen bespreken. Ik voel me dus erg betrokken bij alle mavo 4-leerlingen.

Is de invulling van het mentoraat anders in deze coronatijd?

In deze coronatijd appen we wat af met elkaar en onze leerlingen. Ik merk dat de leerlingen niet altijd hun eigen mentor opzoeken. Ze gaan ook met vragen naar Jojanneke en Henk. En andersom: leerlingen uit de andere mavoklassen appen mij. Het is eigenlijk meer een gezamenlijk mentoraat geworden. We nemen moeiteloos dingen van elkaar over. Als een van ons er niet is, bijvoorbeeld een vrije dag heeft, dan neemt de ander het over. Er wordt meteen doorgepakt.

“Ik vind het heel belangrijk om een goede band met mijn leerlingen te hebben. Zij zijn dan meer bereid om iets voor jou te doen, dus moet je hierin investeren.”

Heb je je zorgen gemaakt om leerlingen?

Ik heb me wel zorgen gemaakt om een handjevol leerlingen de afgelopen tijd. Ik wist niet of zij die lessen op afstand wel aan zouden kunnen. Het was af en toe moeilijk om contact met hen te krijgen. Ze waren niet altijd aanwezig in de lessen. Of ze hadden zich wel aangemeld in de les om vervolgens buiten of met vrienden iets anders te gaan doen. Het gemis aan een goede leeromgeving is voor die leerlingen lastig.

En dat bleek later ook. Zij zaten op het randje van slagen en moesten alsnog een behoorlijke inspanning leveren. Je probeert deze leerlingen continu te bereiken: je appt, je belt, mailt…. ‘Heb je je al ingeschreven voor die herkansing?’ ‘De toets is al begonnen…waar blijf je, ben je onderweg?’ Maar dan wordt er bijvoorbeeld niet opgenomen of niet gereageerd, dat vond ik echt wel lastig. Ik heb een leerling zelfs twee keer uit bed gebeld voor een toets.

Ik had een nog groter gevoel van verantwoordelijkheid dit jaar. Je wilt niet dat leerlingen zakken, dus blijf je achter ze aan zitten. Zij zullen misschien gedacht hebben: ‘Daar heb je die Theunissen weer!’

Heb je leerlingen op school gezien?

We hebben leerlingen ook uitgenodigd om naar school te komen, als zij thuis niet konden werken. Maar dat zagen ze eigenlijk als straf, en niet als hulp vanuit school, dus nee…

Heb je bijzondere dingen meegemaakt?

Een bijzonder verhaal is wel dat ik een leerling in mijn tuin een toets heb laten inhalen. Zij was de enige die de toets gemist had en ik wist dat zij bij mij in de buurt woonde. Ik heb haar een app gestuurd en haar de keuze gegeven de toets op school te maken of bij mij in de achtertuin. Dat laatste vond ze wel fijn, ze wilde namelijk liever niet naar school. Ze heeft heerlijk in het zonnetje de toets ingehaald.

Wil je nog iets toevoegen aan dit interview?

Ik vind het jammer dat ik het jaar niet samen met mijn leerlingen kan afsluiten. Sommigen wisten al vroeg dat ze geslaagd waren, terwijl anderen nog echt hun best moesten doen. Ik heb niet het leuke, officiële moment gehad om leerlingen te bellen en te vertellen: ‘Je bent geslaagd!’ Ook de stuntdag waarop we samen met de bus naar Walibi zouden gaan, ging natuurlijk al niet door.

Ik had het laatste deel van het jaar vooral de functie van ‘reminder-agenda’: denk aan dit, denk aan dat… Ik was meer een persoonlijke assistent dan de gesprekspartner die ik wil zijn en dat is wel frustrerend.

Voor de leerlingen is er ook niet echt een afsluiting in de vorm van elkaar feliciteren, om de hals vliegen, lekker feesten. Dat zullen ze echt missen. Positief in het verhaal is dat we verwachten dat 100 procent van de leerlingen slaagt. We zijn nu de diploma-uitreiking aan het organiseren, hopelijk kunnen we daar iets leuks van maken!

VOND JE DIT EEN INTERESSANT ARTIKEL?

DEEL HET VIA: