NPO


Het NPO maakt veel mogelijk!

De overheid heeft 8,5 miljard euro uitgetrokken om de komende twee schooljaren leervertragingen die door corona opgelopen zijn, in te kunnen lopen. Ook Kandinsky College Nijmegen krijgt twee jaar lang haar deel van dit Nationaal Plan Onderwijs (NPO). Maar is dit geld wel nodig? Wat gaan we ermee doen? En wat gaan onze leerlingen ervan merken?

door Joris Bovy

Onderwijs in coronatijd

Van maart 2020 tot en met mei 2021 werd ook het voortgezet onderwijs flink geraakt door de coronacrisis. Heel wat maanden werden er geen, of slechts beperkt lessen op school gegeven. In de vorige edities van deze nieuwsbrief heb je kunnen lezen dat het onderwijs op Kandinsky College Nijmegen ook in coronatijd, via Zoom, doorliep. Daar was veel creativiteit voor nodig. Daarom is het voor ons belangrijk om niet alleen in termen van gemis te spreken, als we kijken naar het afgelopen jaar. We zouden geen recht doen aan wat we wel geleerd hebben. Zelfstandigheid, flexibel zijn en omgaan met tegenslagen zijn een paar van die lessen. Toch kan je op afstand het onderwijs niet zo aanbieden als op school. Het geven van persoonlijke aandacht en uitleg aan een groepje leerlingen tijdens of aan het einde van de les lukt minder goed via Zoom. Voor onze leerlingen was het ook een hele klus de hele dag geconcentreerd naar het beeldscherm te kijken. We constateren na een jaar dat bij een aantal leerlingen de leerstof minder goed is beklijfd dan in andere schooljaren.

“0-meting”

Om volgend schooljaar de juiste dingen te doen om achterstanden in te lopen, zijn we begonnen met nagaan hoe groot de leervertragingen zijn en op welk vlak ze zichtbaar zijn- cognitief of sociaal-emotioneel. Door de resultaten van onze leerlingen van dit schooljaar te vergelijken met de resultaten van de afgelopen twee schooljaren hebben we een goed beeld van waar onze leerlingen staan. We hebben onlangs een enquête gehouden onder leerlingen en ouders en nemen deze resultaten mee in ons plan. Op basis van al deze beschikbare gegevens hebben de mentoren en vakdocenten een analyse gemaakt. We kunnen op basis van deze analyse voorzichtig concluderen dat de leervertragingen door corona zeer uiteenlopen. Er zijn leerlingen die gemiddeld genomen hetzelfde scoren als andere jaren. Er is een groep leerlingen die voor specifieke vakken lager scoort dan afgelopen jaren en er is een groep leerlingen die het in dit coronajaar juist beter gedaan heeft dan anders. Veel leerlingen geven aan het contact met medeleerlingen en docenten heel erg gemist te hebben. Veel leerlingen hebben het op sociaal-emotioneel gebied zwaar gehad.

Wat gaan we doen in schooljaar 2021-2022?

Om te beginnen gaan we veel klassen kleiner maken dan normaal. Door kleinere klassen is het gemakkelijker om individuele aandacht en uitleg aan leerlingen te geven. We zorgen ervoor dat mentoren voldoende tijd krijgen om aandacht aan hun leerlingen te geven. We zorgen ook dat er budget is om met de klas iets leuks te gaan doen. Door samen bijvoorbeeld sportieve activiteiten te doen, is het fijner leren in de klas. Je leert elkaar beter kennen en kunt beter samenwerken aan projecten. Door de inzet van onderwijsassistenten hebben vakdocenten volgend schooljaar tijd om kleine groepjes leerlingen extra uitleg te geven. Daarnaast organiseren we indien mogelijk tijdens tussenuren en in de middag bijles en studiebegeleiding. We zorgen dus voor extra ondersteuning, meer persoonlijke aandacht en leuke activiteiten- waardoor het extra fijn is om weer met z’n allen samen op school te zijn en in verbinding met elkaar te leren.

Vond je dit een interessant artikel? Deel het via: