“I tell the kids I love them, but I also tell them that I can be a bad guy”

Op elke school zijn ze onmisbaar: de mensen achter de schermen, oftewel het onderwijsondersteunende personeel. Deze keer in beeld: conciërge Bobby Williams.

door Klinte de Rijck

#INBEELD


Bobby, stel jezelf eens voor en vertel: wie ben je?

Ik ben Bobby Williams. Ik kom oorspronkelijk uit Minden, een klein plaatsje in Louisiana. Ik groeide op met mijn zus en een moeder, die een vader en moeder tegelijk voor me was. We woonden dus met zijn drieën, maar mijn vader had ook nog een andere zoon en vijf dochters. In totaal heb ik dus zeven broers en zussen, van wie ik de oudste jongen ben.

Mijn familie en ik, we zijn cajuns. Dat betekent eigenlijk dat we een mix van zwart, wit, Afrikaans en Indisch zijn. Mijn grootvader was namelijk een witte man die trouwde met een ‘American-Indian’. Hun kinderen trouwden vervolgens weer met Afrikaanse slaven en ja, that’s how I came to be! Dat is mijn geschiedenis, en dat is wie ik ben.

En verder?

Ik heb gestudeerd aan de University of Maryland in de Verenigde Staten. Ik heb een fotografisch geheugen en ik ben criminoloog van beroep, maar daar heb ik eigenlijk nooit iets mee gedaan. Ik kwam naar Nederland toen ik gestationeerd werd op de vliegbasis in Volkel. Later ben ik naar Nijmegen verhuisd. Mijn zoon heeft hier op deze school gezeten.

Verder geloof ik heilig in Jezus Christus en hou ik van sport en van koken. Ik ben dol op basketbal. Zelf speelde ik vroeger in de eredivisie. Inmiddels ben ik als coach al drie keer Nederlands kampioen geworden en heb ik al tientallen kinderen leren basketballen. En ik kook dus graag. Vooral ‘Louisiana cuisine’: gumbo, jumbo jambalaya en alligator, krokodil of vis in pikante saus.

"Ik wil ze het voorbeeld geven dat alles wat je doet in het leven positief moet zijn."

Waarom wilde je conciërge worden?

Ik voel me meer een pedagogisch conciërge. Wat ik nu doe, is eigenlijk altijd mijn droombaan geweest. Veel mensen hadden mij niet verwacht in een dergelijke functie, omdat ik een universitair diploma heb en veel interessante banen heb gehad in mijn leven. Zo heb ik bijvoorbeeld bij het Witte Huis gewerkt in Washington DC, als de personal escort van Nancy Reagan.

Maar zelf ben ik opgegroeid zonder vader. De mannen in mijn buurt, de dominee, de leraren, de footbal coaches, zij waren als het ware mijn extended family. Zij waren er altijd voor mij, hielpen mij en zo wilde ik ook zijn, dat wilde ik ook doen, dat wilde ik voortzetten. Die kans heb ik nu voor mijn gevoel.

Bovendien ben ik mijn dochter verloren toen ze nog maar twee dagen oud was. Ze heette Nathalie en alle meisjes hier op school zie ik als mijn dochters. Ik probeer ze te benaderen als mijn dochters en ik probeer met ze te praten zoals een vader dat met zijn dochters zou doen. Voor de jongens geldt overigens hetzelfde: ik zie ze als mijn zonen en ik wil ze helpen in het leven. Whether they realise that or not…

Maakt dat jou tot een goede conciërge, denk je?

Onder andere. Ik denk dat het ook helpt dat ik niet ben vergeten hoe ik zelf was toen ik jong was. Ik denk dat dat belangrijk is als je op een school werkt. Als we vergeten hoe we zelf waren toen we jong waren, vergeten we immers heel veel over hoe de leerlingen zich nu voelen en over hoe zij tegen school aan kijken.

Daarnaast denk ik dat de kinderen me hier op school leuk vinden, omdat ik vrolijk en open ben, maar ook omdat ik streng kan zijn. I tell them I love them, but I also tell them that I can be a bad guy. Je moet kinderen soms wel laten weten wie de baas is, anders lopen ze over je heen en dat is niet het voorbeeld dat ik wil geven.

Ik wil ze het voorbeeld geven dat alles wat je doet in het leven positief moet zijn. Daarom ben ik denk ik ook een goede conciërge: papiertjes opruimen, om het gebouw lopen, ramen dichtdoen, I don’t feel myself too big for nothing. Zo lang ik iemand kan helpen - de school, de leerlingen, de docenten, wie dan ook - dan ben ik gelukkig. I’m a giver, not a taker.

"Kinderen zouden meer dingen voor zichzelf moeten kunnen doen: werken, zich ontwikkelen, zich voorbereiden op hun toekomst, etcetera."

Hoe ziet een normale dag als conciërge hier op school eruit? Wat doe je zoal?

Pfoe, wat doe ik niet! Eigenlijk is echt iedere dag anders. Vandaag was er bijvoorbeeld een ruzietje in de aula en moest ik mijn planning even helemaal omgooien om eerst die ruzie te sussen. Maar normaalgesproken kom ik ‘s ochtends op school, zet ik mijn computer aan, bekijk ik de dagplanning en lees ik mijn mail.

Daarna ga ik bij de deur staan en zorg ik ervoor dat iedereen zijn handen desinfecteert en zijn maskers op zet. Dan ga ik naar buiten en verzamel ik alle papiertjes en ander afval rondom de school totdat ik zie dat de kinderen van Stichting Liz gebracht worden door hun ouders.

Die kinderen horen er natuurlijk ook bij dus ik ga altijd even vijf minuutjes bij hen langs om ervoor te zorgen dat zij zich ook welkom en happy voelen op ons terrein. Dan doe ik de fietspoort dicht en begint de rest van mijn dag. Maar hoe mijn dag er ook uitziet, I always love my day here, het is nooit saai!

Wat vind je het minst leuk aan je baan hier op school?

Ik kan er soms mee zitten dat we de leerlingen in de bovenbouw hier op school niet méér voorbereiden op hun naschoolse toekomst. Als de kinderen eindexamen hebben gedaan, weten ze vast alles uit de boeken, maar ze weten niets over verzekeringspapieren invullen, het afsluiten van een hypotheek of hoe ze het efficiëntst hun eigen dag kunnen indelen. Sommige kinderen willen na hun eindexamen misschien wel helemaal niet studeren, maar direct aan het werk en ik denk dat we de leerlingen daar niet op voorbereiden.

Dat heeft wat mij betreft overigens niks met niveau te maken. Ik vind gewoon dat je als school een soort vak zou moeten aanbieden waarin kinderen dingen leren over life after school. Als ik overdag wel eens door de school loop, zie ik een heleboel kinderen maar een beetje doelloos in de aula zitten. Als ik dan vraag wat ze aan het doen zijn, blijkt dat ze ’s ochtends een uurtje les hebben gehad en vervolgens heel lang moeten wachten op hun volgende verplichte uurtje. In die tijd kunnen kinderen bijvoorbeeld ook zelfstandig aan de slag denk ik dan, of alvast naar hun bijbaantje gaan.

Ik denk dat we op dat vlak de kinderen soms remmen, in plaats van verder brengen. We laten ze doen wat wij zeggen, wanneer wij het zeggen. En dat is niet goed denk ik, want kinderen moet je motiveren. Kinderen zouden meer dingen voor zichzelf moeten kunnen doen: werken, zich ontwikkelen, zich voorbereiden op hun toekomst, etcetera. Nou, ik hoop dat je dit in je interview zet en dat de captain het leest haha! Wie weet gebeurt er ooit iets mee, want I feel very strongly about this.

"A workplace is as happy as the person who is running the workplace!"

Wat vind je het leukste aan je baan?

Het leukste aan mijn baan vind ik dat ik iets doe waar ik van houd. Iets doen waar je van houdt, maakt je gelukkig en I love people! Daarnaast heb ik het gevoel dat ik met mijn baan iets bijdraag aan de toekomst. Want dat zijn de kinderen op deze school: onze toekomst. Ik wil leerlingen aan het denken zetten over hoe zij in het leven staan en hoe ze hun toekomst willen gaan vormgeven. Vanochtend zaten er bijvoorbeeld vijf meisjes aan een tafel in de aula. Allemaal vastgezogen aan hun telefoon. Ik ging bij ze zitten en ik zei: ‘leg jullie telefoon eens weg en praat eens met elkaar’. Ze keken van hun telefoon op, naar elkaar en ze wisten niet hoe ze moesten beginnen. Dus ik zei: ‘als je het niet kunt typen, kun je het niet zeggen?’

Over dat soort dingen wil ik ze laten nadenken. Ik zie die kinderen de hele dag op die telefoons en dan denk ik: steek die tijd en energie toch in je schoolwerk. Maar dat doen ze niet, want dat zien ze als saai. Dus ik zei tegen die meisjes: ‘Weet je wat saai is? Als je later thuiskomt bij een partner die niet geschoold is en met wie je geen diepgaand gesprek kunt voeren, omdat-ie vroeger de hele dag op zijn telefoon zat. En dat je je vrienden ziet in een mooie auto, een mooi huis en dat je ze mooie reisjes ziet maken, omdat zij wel hebben gestudeerd en dus goede banen hebben. Dat is saai!' En dan vraag ik aan ze: ‘Wie kun je dan de schuld geven? Alleen jezelf, want jij zat liever op je telefoon dan dat je aandacht aan school besteedde…’

Met dat soort gesprekken wil ik ze niet de les lezen hoor, zeker niet. Maar ik hoop dat ze erover nadenken. Dat ze zich wat bewuster verhouden tot hun toekomst. Dat vind ik belangrijk. Oh en wat ik trouwens ook heel leuk vind aan mijn baan hier: dat de collega’s altijd lachen en vrolijk zijn! Dat betekent dat we hier goede mensen aan de top hebben hoor, want a workplace is as happy as the person who is running the workplace!

Vond je dit een interessant artikel?

Deel het via: